Ongewenst gedrag van cliënten en zwangerschap
Algemeen
In de zwangerschap kunnen risico’s leiden tot schade aan de zwangerschap en het ongeboren kind. Maar ook de belastbaarheid van de vrouw zelf is veranderd. Ook na de zwangerschap kan haar belastbaarheid minder zijn.
Na de bevalling kan de medewerkster borstvoeding geven. In Nederland start 80% van de vrouwen met het geven van borstvoeding direct na de geboorte van hun kind. Aan het einde van het bevallingsverlof (ongeveer 10 weken later) geeft nog 40% van de vrouwen borstvoeding. Op het moment dat een medewerkster de werkgever meldt dat zij borstvoeding geeft, moet de werkgever tenminste gedurende 9 maanden na de bevalling – waar nodig – aanvullende maatregelen treffen. Als de medewerkster vooraf aangeeft dat zij borstvoeding wil gaan geven, dan kan de werkgever zich daarop voorbereiden.
Aandacht voor agressie & geweld in de zwangerschap is om tenminste twee redenen van belang. Ten eerste kan agressie & geweld leiden tot werkstress. Daarnaast is de medewerkster in de zwangerschap (zichtbaar) extra kwetsbaar. Ook is de vrouw bij het voortschrijden van de zwangerschap (zichtbaar) minder in staat om adequaat op te treden bij incidenten. Haar reactiesnelheid ligt lager en zij is minder toegerust om fysiek op te treden bij ongewenst gedrag en agressie. Dit laatste kan bedreigend zijn voor de vrouw zelf, de directe collega’s en een adequate uitoefening van de zorgtaken.