Bedrijfshulpverlening
Algemeen
Bedrijfshulpverlening (BHV) is het onderdeel van het arbobeleid dat gericht is op de beheersing van veiligheidsrisico’s in de zorgorganisatie. Het doel van de BHV is om bij calamiteiten of situaties die tot een calamiteit kunnen leiden snel in te kunnen grijpen.
Kwaliteit en veiligheid staan aan de basis van de zorg en de BHV maakt daar een integraal deel van uit. Het is daarom belangrijk dat investeringen in de BHV-organisatie kosteneffectief zijn en er waar mogelijk gezocht wordt naar synergie en balans tussen investeringen in zorg, leefbaarheid, kwaliteit en veiligheid.
Enkele gespecialiseerde BHV-ers is niet voldoende
Steeds minder medewerkers zijn beschikbaar voor in zorgzwaarte toenemende cliënten. Ook overheidsdiensten kunnen niet snel genoeg met voldoende capaciteit aanwezig zijn om incidenten te beheersen. Zorgorganisaties moeten daarom zelf de hulp bij calamiteiten solide organiseren. Daarvoor zijn enkele gespecialiseerde BHV-ers niet voldoende. Een efficiënte en effectieve BHV-organisatie betekent dat de gehele organisatie, dus medewerkers, zelfredzame cliënten en de redzame omgeving de bedrijfsnoodorganisatie vormen.
Restrisico’s
Voor het beheersen van restrisico’s is een doeltreffende bedrijfshulpverlening nodig. Voorbeelden van restrisico’s die niet volledig uit te sluiten zijn door arbomaatregelen (afhankelijk per organisatie, vast te stellen in de RI&E):
- risico’s van natuurlijke aard: blikseminslag, storm, wateroverlast, overstroming;
- risico’s van technische aard: explosie, stroomuitval, elektrocutie, blootstelling aan gevaarlijke stoffen, brand, snijden;
- risico’s van sociale aard: overval, bommelding, terrorisme;
- risico’s van externe aard: vallen, uitglijden, aanrijding, verdrinking, bedelving, verstikking;
- risico’s van medische aard: hartinfarct, onwel worden, epilepsieaanval.
Ernstige calamiteiten of crises
Grootschalige calamiteiten en crisissituaties zijn zeldzaam, maar als ze zich voordoen moet er meteen en doelmatig worden gehandeld. De zorg voor cliënten staat daarbij voorop. Steeds meer zorgorganisaties bereiden zich daarom voor op eventuele calamiteiten of crisissituaties en leggen dit vast in plannen.
Een
ernstige calamiteit of crisis vergt allereerst een goede respons van het
crisisteam (bestaande uit bijvoorbeeld de BHV, de medische dienst, de
ICT-afdeling) en vervolgens ook de hulpdiensten om de veiligheid te garanderen.
Het vraagt ook de betrokkenheid van management en bestuur. De omgang met
interne en externe communicatie, het contact met de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) en de afstemming met een burgemeester vragen om een integrale
crisisaanpak. Dit vergt een adequate én proportionele voorbereiding. Daarbij
hoort tevens het borgen van de zorgcontinuïteit en het vooraf maken van goede
afspraken met de veiligheidsregio GHOR.