Thema
Brandveiligheid en bedrijfshulpverlening

Voorkomen van brand

Praktijktips

  • Is roken toegestaan? Zorg dat de cliënt zich hieraan houdt

    • Gebruik een aansteker bij het roken, geen lucifers.
    • Laat een sigaret of sigaar nooit brandend achter, maar maak ze uit in een (vlamdovende) asbak.
    • Leeg de asbak pas in een (vlamdovende) prullenbak als de sigaretten of sigaren helemaal gedoofd zijn en niet eerder dan 15 minuten na het uitmaken van de laatste.
    • Rook nooit op of in de buurt van het bed.
    • Spreek veilige rookplekken af, als het kan buiten.
    • Wees extra voorzichtig met roken in een rolstoel. Als een sigaret valt, is die vanuit een rolstoel niet zomaar op te rapen.
    • Begeleid cliënten die een hoog risico vormen tijdens roken of koken.
    • Plaats een mobiele sprinkler op de kamer als de risico’s, ondanks alles hoog blijven.
  • Wijs cliënten op de risico’s van koken (en hou zelf ook een oogje in het zeil)

    Brandbare objecten zoals een keukenrol en pannenlappen moeten uit de buurt van de kookplaat blijven. Voorkom vlam in de pan: blijf in de buurt tijdens het koken en houd een passende deksel bij de hand. Ook het gebruik van magnetrons is niet zonder risico’s. Gebruik daarom alleen geschikte materialen, zoals magnetronschalen, en let goed op de bereidingstijd en het wattage.

  • Zorg dat elektrische apparaten hun warmte kwijt kunnen

    Leg er niets overheen en maak apparatuur regelmatig schoon zodat er geen stof op of omheen ligt. Dat geldt ook voor halogeenlampen. Of gebruik lampen die weinig warmte afgeven.

  • Apparaat opladen? Wees voorzichtig

    Leg de lader en het apparaat, bijvoorbeeld een mobiele telefoon, op een tafel of nachtkastje, nooit op een bank of bed. Stof kan door hitte vlamvatten. Leg de lader van een scootmobiel en tillift daarom ook nooit op de bekleding. Haal een oplader na gebruik altijd uit het stopcontact. Gebruik alleen de lader van het eigen apparaat.

  • Pas op voor schade aan snoeren

    Gebruik geen apparaten met beschadigde snoeren. Leg snoeren nooit onder een tapijt of mat.

  • Let op de maximale belasting van stekkerdozen en verlengsnoeren

    Verbind stekkerdozen en verlengsnoeren nooit met elkaar en sluit niet te veel stekkerdozen aan op één groep. Gebruik geen stekkerdozen voor grote stroomverbruikers, zoals een elektrisch kacheltje, een waterkoker of magnetron. Op een stekkerdoos staat het maximale wattage aangegeven.

  • Rol kabelhaspels altijd helemaal uit in verband met hitte

    Let op: een kabelhaspel is alleen voor tijdelijk gebruik, niet om apparaten langer dan één dag op aan te sluiten.

  • Laat wasdrogers niet vlamvatten

    Stof in wasdrogers kan vlamvatten door een vonkje of gloeiend verwarmingselement. Gebruik een wasdroger daarom niet als er niemand in de buurt is en maak de filter(s) stofvrij na ieder gebruik.

  • Feestversiering prima, maar wel veilig

    Gebruik alleen versiering (en kerstbomen) van brandvertragend materiaal. Zorg dat vluchtwegen, brandblussers, noodverlichting, handbrandmelders en brandmeldpanelen zichtbaar blijven en dat sprinklers en rookmelders ongehinderd kunnen werken. En zet feestverlichting ’s nachts uit.

  • Kies een veilige plek voor medicinale zuurstof

    Plaats een zuurstofcilinder niet in de buurt van een verwarming of in een ruimte waar gerookt wordt of open vuur is. Gebruik nooit olie of vet in de buurt van de cilinder. Draai een zuurstoffles nooit open of dicht met vette handen. Geef de opslagplaats van zuurstofcilinders duidelijk aan met een pictogram.

  • Let extra goed op bij het vervangen van zuurstofcilinders

    Volg altijd de gebruiksaanwijzingen van medicinale zuurstof. Zorg dat de ruimte goed wordt geventileerd waar de zuurstof wordt gebruikt of opgeslagen.

  • Neem geen risico op beschadigen van de zuurstoffles of -cilinder

    Zet een zuurstofcilinder zo neer dat hij niet kan omvallen. Maak de cilinder vast bij transport. Zet een lekkende zuurstoffles buiten en waarschuw de leverancier.