Fysieke belasting cliëntgebonden

Beleidstips

Als je voor je organisatie aan de slag gaat met beleid voor transfers vanuit zit of lig, zijn de volgende punten altijd belangrijk om te organiseren:

  • Expliciet aandacht voor transfers vanuit zit of lig in het Beleid Fysieke Belasting
    De werkwijze bij transfers vanuit liggende- of zittende houding is van grote invloed op de fysieke belasting. Daarom is deze werkzaamheid een cruciaal aspect in het Beleid Fysieke Belasting zoals omschreven in het Leaflet minimumvereisten beleid fysieke belasting, waar iedere VVT instelling aan moet voldoen.

  • Inventariseer de functies met risico met de TilThermometer
    Met de TilThermometer weet je of er in jouw zorgorganisatie conform de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting voor transfers vanuit lig of zit wordt gewerkt. Hij geeft een goede indruk van de blootstelling van de medewerkers aan belastend werk. Bepaal aan de hand hiervan welke functies risico lopen.

  • Beheers de belasting bij werk bij de cliënt thuis met de Arbocheck Verpleging en Verzorging 2.0
    Iedere nieuwe cliënt waar thuis gewerkt wordt is een nieuwe werkplek. Om fysieke belasting daar te beheersen, is een beoordeling van de belasting voorafgaand aan het werk nodig. Voor werkzaamheden bij cliënten thuis bepaal je dit per cliënt met behulp van de Arbocheck Verpleging en Verzorging 2.0.

  • Houd je aan de Praktijkrichtlijnen
    Als uit de TilThermometer of Arbocheck situaties naar voren komen met overbelasting, stel dan vast hoe gezorgd wordt dat die situatie verbetert en op welke termijn. Maak het mogelijk om te werken volgens de afspraken in de Praktijkrichtlijnen:

    • Als de cliënt Mobiliteitsklasse C heeft, moet er een actieve (of sta-)lift worden gebruikt. De cliënt kan dan namelijk zelfstandig (op)staan, heeft enige rompbalans en kan enigszins steunen op een of beide benen.
    • Als de cliënt Mobiliteitsklasse D of E heeft, moet er een passieve lift gebruikt worden. Dat kan een mobiele passieve lift of een plafondlift zijn. De cliënt heeft dan namelijk onvoldoende rompbalans en kan niet steunen op de benen.
  • Ontwikkel een programma voor instructie en training medewerkers
    Goede scholing en het geven van instructies aan medewerkers kan veel verschil maken in de belasting. Ze moeten het belang hiervan weten en de gezonde manier van werken kennen en toepassen. Daarnaast is uit het oogpunt van kwaliteit en veiligheid voor de cliënt vereist dat medewerkers bekwaam zijn en blijven in het gebruik van tilliften en aanverwante hulpmiddelen. Hiervoor is voorlichting en training nodig, bijvoorbeeld door ErgoCoaches, fysiotherapeuten of ergotherapeuten. Er zijn tal van hulpmiddelen om dit onderwerp onder de aandacht te brengen en te houden. Zoals de instructiefilms van GoedGebruik over transfers en de website werkhoudingen VVT. Maar ook is het nodig dat medewerkers in het dagelijks werk hieraan regelmatig herinnerd worden door collega’s of door de leiding.

De volgende punten kunnen ook zinvol zijn voor je organisatie:

  • Leg beleid en verantwoordelijkheden rond tilliften vast
    Dit betreft het vastleggen van verantwoordelijkheden rond het onderhoud, het individuele tilbeleid in het zorgdossier van de cliënt en de evaluatie hiervan.

  • Focus op de zelfredzaamheid van de cliënt
    Ondanks dat de cliënt in een tillift redelijk passief is, is het belangrijk dat de cliënt zoveel mogelijk actief meedoet. Dat draagt ook bij aan het gevoel van eigenwaarde van de cliënt en het scheelt fysieke belasting voor de zorgmedewerker. De ZelfredzaamheidsRadar helpt om consequent de focus hierop te houden.

  • Een tilband kan virussen verspreiden
    Het is niet ondenkbeeldig dat via een tilband van een tillift virussen worden verspreid. Met persoonsgebonden tilbanden kun je dat beperken. In het praktijkverhaal van Stadzicht Rotterdam lees je er meer over.

  • Een tillift bij cliënten met overgewicht gebruiken stelt extra eisen
    Tilliften kun je goed gebruiken voor transfers van cliënten met overgewicht. Dat stelt echter wel eisen aan het materiaal. De tillift moet niet alleen voldoende sterk zijn, maar denk bijvoorbeeld ook aan de stabiliteit van de lift, de stevigheid van de tilbanden en de kracht die nodig is voor het manoeuvreren. Lees hier meer over waardige en ergonomische zorg voor mensen met BMI40+.