Ongewenst gedrag van collega’s / leidinggevenden

Praktijktips

  • Algemene tips

    • Neem de integriteitscode/ gedragscode als basis
    • Zorg dat de organisatie formuleert wat wel/ niet getolereerd wordt
    • Bespreek met team/ leidinggevende
    • Ga naar de vertrouwenspersoon
    • Klacht indienen, klachtencommissie
    • Hou het klein, laat het niet escaleren
    • Vraag ondersteuning, collegiaal opvangteam
    • Doe melding
  • Vang signalen op 
    Zorg dat je weet wat de signalen zijn. Hang zichtbaar een poster op met de signalen zodat iedereen geïnformeerd is.

  • Spreek je uit

    Zeg gewoon wat je bedoelt. En zeg wat het met je doet. En verder:

    • Blijf kalm;
    • Kies zelf het juiste moment;
    • Vraag hulp als het niet lukt.
  • Leer feedback te ontvangen 

    Ga serieus in op opmerkingen die door je collega’s en/of je leidinggevende gemaakt worden over ‘die ene collega’.

    • Luister naar wat de ander vertelt;
    • Vraag door als iets niet duidelijk is;
    • Schiet niet in de verdediging;
    • Verwerk de feedback (doe er (n)iets mee).
  • Spreek elkaar aan op negatief gedrag

    Leer hoe je elkaar aanspreekt. Wanneer doe je dat en wanneer juist niet? Bespreek ook wat het moeilijk maakt om iemand op gedrag aan te spreken en waarom het niet altijd lukt. In dit soort overleggen wordt geleerd om kwetsbaarheid te tonen.

  • Werk aan werkplezier

    Bespreek in het team wat energie geeft en wat energie kost. Voor een prettige werkomgeving heb je elkaar nodig. Als het werkplezier groeit, wordt de kans op pesten klein. Klik hier voor meer informatie.

  • Ga naar de vertrouwenspersoon  

    Deze persoon kan er zijn voor degene die gepest wordt, maar ook voor de collega die het wel ziet maar niet weet wat te doen. Een vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht, tenzij er sprake is van een ernstig vergrijp/delict.

  • Leg een dossier aan

    Pesten is niet gemakkelijk te bewijzen, vooral omdat het vaker moet voorkomen. Houd daarom een dossier bij van wat er gebeurt.